Je hoort wel eens dat mediatraining onzin is. Je leert er niks van. Of juist het tegendeel: mediatraining berooft je van je eigenheid en maakt je tot een nietszeggende, vragenontwijkende robot. Hoe zit dat nou?
Zoals in elk vak zijn er onder de mediatrainers goede en slechte. Er is in Nederland slechts een tiental dat het vak serieus beoefent, naast velen die maar wat aanrommelen. De ‘goeden’ leren hun trainees hoe ze goed voor de dag kunnen komen in de media. Dus níet: draaien, zwijgen, ontwijken, liegen, bedriegen. Nee, een goed verhaal vertellen waar de kijker/luisteraar/lezer wat aan heeft. En wat een journalist dus graag publiceert.
Televisiejournalist Paul Witteman beschreef het in een column in Vara-TV-Magazine eens als volgt: “In toenemende mate ondervraag ik politici en topmensen uit het bedrijfsleven die van de mediatrainer juist geleerd hebben uit het harnas van hun vakjargon te komen, de waarheid te spreken en niet bij de eerste kritische vraag dicht te klappen. Ik spreek gezagsdragers die zich voorheen niet lieten interviewen, omdat ze er vanuit gingen dat ze met mediacontacten niets te winnen hadden en journalisten er altijd op uit zijn om je beentje te lichten. Nu komen ze wel. Een goede mediatrainer is, kortom, een zegen voor de journalist.”
Een serieuze mediatrainer heeft een methode, een systematische en didactische benadering. Want je moet goed weten hoe je iemand verder kunt helpen bij wat heel normaal lijkt: een gesprek voeren. In de methodiek zitten grote verschillen. Er zijn trainers die de nadruk leggen op de vórm. Hoe ziet de geïnterviewde er uit? Hoe acteert hij? Hoe klinkt zijn stem? De trainers die deze overtuiging koesteren zijn vaak (oud-)tv-presentatoren. Er zijn ook trainers die je een 'gevechtstechniek' aanleren en je inpeperen dat journalisten allemaal agressief, onverhoeds, slinks en kwaadaardig zijn. In hun trainingen zit veel schrikeffect.
Bij BdRP leggen wij de nadruk op de ínhoud van de boodschap. We trainen op helder, overtuigend en geloofwaardig formuleren. Wij vinden dat sprekers in de media hun opvattingen indringend onder woorden moeten brengen en niet moeten schromen om standpunten in te nemen. Het beeld is niet onbelangrijk, maar een goed beeld begint met een goed verhaal. Onze mediatrainers zijn oud-hoofdredacteuren die met alle verschillende media gewerkt hebben en die een rijke ervaring hebben met het formuleren en beoordelen van boodschappen.
De werkwijze van vrijwel alle mediatrainers is het rollenspel. De trainer interviewt de trainee over een fictieve of reële case. Het interview wordt opgenomen en naderhand bekeken. Deze gewenningstraining is al heel leerzaam. De trainee ervaart wat hem te wachten staat bij het echte interview. Soms kan het geen kwaad om trainees het tijdens dit rollenspel flink lastig te maken. Maar men kan ook kiezen voor een meer methodische aanpak waarbij wordt gezocht naar de sterke en zwakke kanten van het verhaal en van de spreker.
Naast de gewenningstraining hoort in een goede mediatraining ook een
instructie te zitten. Hoe moet het dan wél? De goede mediatrainer heeft daarvoor drie kwaliteiten nodig: mediakennis, mensenkennis en materiekennis. Mediakennis, inzicht in de 'medialogica', is vereist om te beoordelen hoe het optreden van sprekers kan uitpakken in de media, bij journalisten en bij het publiek. Mensenkennis is nodig omdat het belangrijk is dat een geïnterviewde in de media zichzelf blijft. De mediatrainer moet dus aanvoelen of en hoe een boodschap past bij de verteller. En tenslotte materiekennis. Goede mediatrainers weten waar de gevoelige punten liggen bij een onderwerp en wat er eerder over is gepubliceerd. Ze zijn dus ook inhoudelijk gespecialiseerd. Zo trainen wij bijvoorbeeld nooit sporters of artiesten: daar hebben wij geen verstand van. Des te meer van bijvoorbeeld (openbaar) bestuur, financiën, management, bedrijfseconomie en gezondheidszorg. Om die reden werken wij met gespecialiseerde oud-opinieredacteuren en niet met tv-presentatoren die voor dit vak meestal te oppervlakkig zijn.
Behalve interviewtrainingen zijn er ook andere typen trainingen, die onder de noemer mediatraining vallen. Bijvoorbeeld presentatietraining. Net als bij interviewtraining zal de trainer ook hier beluisteren wat de trainee goed doet en wat niet, instrueren hoe het beter moet en dat vervolgens systematisch doorexerceren. Ook zal de presentatietrainer de structuur en lading van de speech aanpakken.
Andere speciale trainingsverzoeken betreffen bijvoorbeeld het deelnemen aan debatten of paneldiscussies. Een goede trainer kent het klappen van de zweep, weet welke discussietrucs er zijn en hoe daarop gereageerd kan worden. Hij instrueert de trainees hoe ze overeind blijven bij kritiek en hoe ze bij een publiek punten kunnen scoren. Ook hier gaat het niet alleen om kunstjes maar is de kracht van de boodschap bepalend. Een bijzonder type training is de voorbereiding op parlementaire enquêtes of hoorzittingen. BdRP heeft in acht parlementaire, twee gemeentelijke en twee provinciale onderzoeken getuigen begeleid.
Belangrijk is dat de mediatrainer in de ogen van de trainee een autoriteit is. Een trainee moet direct alle twijfel over de deskundigheid van de trainer opzij zetten. De trainer moet vaak tegen een trainee zeggen: “Doe dit nu maar, je zult merken dat het werkt” en daar moet een trainee dan op vertrouwen.
Meestal combineren mediatrainers hun vak met andere bezigheden. Ze geven behalve trainingen ook adviezen over communicatie of public relations in het algemeen. Of, omgekeerd, geven pr-consultants er mediatraining bij. Bij andere bureaus worden trainers ingeschakeld wiens hoofdberoep journalist of tv-presentator is. BdRP neemt daarin een uitzonderingspositie in. Wij zien het geven van mediatrainingen als hoofdtaak. Aan andere typen communicatiedienstverlening beginnen wij niet en verwijzen wij steevast door naar daarin gespecialiseerde communicatieadviesbureaus.
Sander Wieringa
BdRP
Radiovraaggesprek met Sander Wieringa (bdrp) over mediatraining:
met dank aan Vrouw Bijt Hond, www.thijsverwegen.nl