COMcomment is de blog van Sander Wieringa, eigenaar van Bob de Ronde Partners, communicatietrainers sinds 1985.
28 april 2016 - 3 juni 2016
Er kruipt een sluipschutter over de daken van de Nederlandse bestuurlijke instituten. Ze heet Wil Thijssen, werkt voor de Volkskrant en heeft het gemunt op de topmannen van die instituten. Drie karaktermoorden pleegde zij al dit jaar: in februari de korpschef van de Nationale Politie, in maart de Nationale Ombudsman en in april de directeur van het Nederlands Forensisch Instituut.
In de Volkskrant van 26 februari verscheen haar verhaal over hoe de reorganisatie van de Nationale Politie verzandde. Dat zou de schuld zijn van de korpschef. Die was een houwdegen, een hork, schofferend, onaanstuurbaar, een nepotist en afsprakenschender, om enkele termen uit het artikel te noemen. Bronnen: twaalf anonieme zegslieden.
In de krant van 10 maart het verhaal over het vervanging van de Kinderombudsman. Dat was vanwege machtswellust, publiciteitsgeilheid, regentesk optreden en schimmig spel van de Nationale Ombudsman. Achttien anonieme bronnen. En enkele conceptnotities.
Op 23 april haar verhaal over het NFI, dat 'een puinhoop' zou zijn door het werk van de directeur, die volgens het verhaal incompetent, onbenullig en visieloos is. Weer waren er twaalf anonieme bronnen. En een paar blogs.
Meer aan de hand
Alle drie de artikelen gingen over belangrijke instituten die een reorganisatie doormaken onder een nieuwe topman. De bronnen die daar kritiek op uitten waren zo te zien benadeelden: hun functie verdwijnt of er werd niet naar hen geluisterd. Van de verslaggever mochten ze leeglopen. Geen tegengeluid. Was er niemand te vinden die het anders ziet? Of waren ze er wel maar werden die genegeerd?
Wie bij een reorganisatie wordt benadeeld vindt zichzelf gauw het slachtoffer van willekeur, incompetentie of een gril van de baas. Niet van eigen schuld of overbodigheid. Maar doorgaans is er wel wat meer aan de hand. Moest het NFI misschien nodig op de schop? Lag het wellicht aan de Kinderombudsman zelf? Was de Nationale Politie niet onbestuurbaar? Voor die verklaringen waren volop aanwijzingen. Maar nee, het ligt telkens aan de topman, volgens de Volkskrant. Dat wil er bij mij niet in. Ik zeg niet dat er niets van klopt maar ik durf wel te stellen dat de verhalen op z'n minst een incompleet en eenzijdig beeld schetsen.
De vraag is ook of de citaten deugen. We weten niet wie de uitspraken deed en die kunnen dus geverifieerd worden. Betrokkenen wilden anoniem blijven en protesteerden niet tegen de weergave van hun woorden. De kans is groot dat ze wel zijn geschrokken van hoe hun telefoongesprekje met de journaliste uitpakte in de krant. En anders wel hun collega's. Er zal na deze publicaties ook veel onderling wantrouwen zijn: mensen kijken elkaar aan en denken: heb jij de krant al die praatjes geleverd?
In alle artikelen wordt ook een complot gesuggereerd van of door VVD-ers die het op de instituten gemunt zouden hebben. De Nationale Politie was - zo lees ik - een speeltje van VVD-minister Opstelten, die de korpschef benoemde en door dik en dun steunde. De Kinderombudsman moest weg van de VVD en de Nationale Ombudsman zou een VVD-zetbaas zijn. Ook het NFI zou het slachtoffer zijn van een 'VVD-klusjesman'. In de artikelen staan geen bewijzen voor zulke complotten. Het blijft bij suggesties van de anonieme bronnen of bij gedachtenspinsels van de schrijfster.
Geen tegenspraak
Zo te zien heeft Thijssen – telkens met een andere co-auteur – haar verhalen eerst helemaal gemaakt vanuit de kritiek op de topman. Echter, een onderzoeker moet in een vroeg stadium tegenspraak opzoeken, om tunnelvisie te voorkomen. Ook dat is kritische journalistiek. Weerwoord werd blijkbaar pas gevraagd aan de beschuldigden toen het hele verhaal klaar was. Ik kan me indenken dat die niet happig waren om te reageren, als ze eerst de bagger van twaalf of achttien anonieme mopperaars over zich heen kregen gestort. De korpschef werd geen weerwoord gevraagd of gaf dat niet, de Nationale ombudsman deed het schriftelijk en de directeur van het NFI gaf zo te zien een interview. De reacties kwamen niet in het artikel terecht, maar in een summier kadertje naast het verhaal en wat uitgebreider ergens op de website van de Volkskrant. Dat is niet fair en het sterkt mijn indruk dat de verslaggeefster niet geïnteresseerd was in tegenspraak en deze slechts pro forma toevoegde. 'Een goed verhaal moet je niet kapot checken', is een berucht journalistengrapje…
Ik heb op 24 april de Ombudsvrouw van de redactie van de Volkskrant benaderd met het bovenstaande. Vanwege vakanties kan ze pas eind mei reageren. Schreef ze. Maar 7 weken later heb ik - ondanks herhaald vragen - nog geen reactie. Een Volkskrantjournalist wil altijd graag stante pede antwoord op vragen maar als de krant zelf moet reageren kiezen ze voor zwijgen. Zwak!
Hoe te reageren?
Wat doe je als communicatiefunctionaris of als bestuurder van een instituut dat op deze wijze wordt belaagd? Besef om te beginnen dat je het tegen een goede sluipschutter altijd aflegt. De reputatie gaat eraan. Een paar dingen kun je niettemin doen.
• Luister goed naar signalen of medewerkers systematisch worden gebeld door een onderzoeksjournalist. Er zijn er meer zoals deze Thijssen. Sla dan alarm.
• Wijs mogelijke bronnen op het persprotocol: journalisten moeten worden doorverwezen naar de voorlichter. Leg uit waarom dat zo is: een persgesprek is geen gewoon gesprek maar glad ijs. Wat je zegt gaat door de molen van de medialogica. Laat men zich niet misleiden door een verslaggever die zegt alleen maar 'achtergrondinformatie' te zoeken. Wat je vertelt komt glashard in de krant.
• Wijs er ook op dat in (vrijwel) ieders arbeidscontract een standaard geheimhoudingsverklaring staat en een verbod om de organisatie/werkgever schade te berokkenen. Voor functionele kritiek zijn er allerlei interne kanalen, is er georganiseerd overleg of uiteindelijk de rechter. In bijzondere situaties kunnen medewerkers gebruik maken van een klokkenluidersregeling.
• Als er dan toch een telefoontje of mailtje komt waarin een journalist allerlei gedetailleerde kritische vragen stelt, vraag dan eerst naar de status daarvan, vraag om inzage van een eventueel conceptartikel en om de precieze vragen op schrift.
• Heb niet de illusie dat je de publicatie kunt tegenhouden. De keuze om wel of niet te reageren hangt af van de vraag of de reactie fair wordt weergegeven. Als je denkt van niet reageer dan pro forma summier schriftelijk of weiger gemotiveerd een reactie.
• Communiceer! Intern en extern, met stakeholders. Laat snel – liefst voordat het verhaal gepubliceerd wordt – alle betrokkenen weten wat er volgens jou aan de hand is en hoe je met de krant bent omgegaan.
Hier meer tips over reageren op schadelijk publiciteit